Jana, vertel eens iets over jezelf, wie ben je?
Ik woon met mijn man en 5 kinderen in Houten-Noord. In 2001 zijn we vanuit Utrecht verhuisd naar Houten. We zijn begonnen aan de Oud-Wulfseweg, een beetje aan de buitenkant van Houten. Ik heb pedagogiek gestudeerd en ben orthopedagoog. Ik heb gewerkt met schipperskinderen en minderjarige asielzoekerskinderen. Op dit moment ben ik vrijwilliger bij het vluchtelingenwerk. Ik help vluchtelingen vanaf het allereerste begin om te kunnen integreren in de Houtense samenleving.
Wat zijn je hobby’s?
Ik hou van in de tuin werken, handwerken, kleding maken, lezen, zingen.
Je bent moeder van 5 kinderen, hoe doe je dat?
Ik wil graag mijn kinderen stimuleren om veel te bewegen. Dus ik moedig ze aan om te gaan sporten. Ik merk dat dat ook echt nodig is, want het is tegenwoordig binnen te leuk geworden. En er is in huis genoeg ruimte voor elk kind apart. Daarbij opgeteld dat je ouders meer je vrienden zijn geworden, is er weinig natuurlijke impuls om naar buiten te gaan en hutten te bouwen! We hebben in Houten natuurlijk het speelbos en dat is goed. Maar dat ligt ook op een behoorlijke afstand en de parken in Houten vind ik nog wel te aangeharkt. Daar zou ik me opnieuw wel voor in willen zetten. In 2011 heb ik een initiatiefvoorstel voor groene speeltuinen ingediend. Daar heeft het college vervolgens weinig mee gedaan, maar ik blijf me er voor inzetten.
In Houten zijn diverse wijken waar burgers met elkaar initiatieven nemen, wat vind je daarvan?
Het is heel goed als de gemeente in samenspraak met bewoners concrete acties doet. Denk bijvoorbeeld aan het realiseren van een barbecueplaats in een buurt, of het groeperen van speeltoestellen, zodat er aantrekkelijkere speelveldjes zijn. We hebben tegenwoordig te maken met een kritische burger en de gemeente heeft de taak om deze burger op een goede manier te laten participeren.
Stel dat er lastige situaties ontstaan dan is er in Houten een professionele bemiddelingsgroep, een soort Rijdende Rechter. Deze groep wordt gefaciliteerd door de gemeente; daar kan gebruik van worden gemaakt.
De gemeente moet zich inzetten om de verschillende soorten participatie duidelijk te communiceren naar de burgers. Op deze manier kunnen verwachtingen gemanaged worden.
Hoe ben je bij de politiek betrokken geraakt?
Voor een actieve deelname aan de fractie ben ik gevraagd. Maar ik ben al lid vanaf m’n 20e. Ik ben zelf best kritisch. Maar als er maatschappelijke discussies waren, constateerde ik dat ik er steeds te laat bij was. Dus toen ben ik lid geworden van de ChristenUnie. In die eerste periode hadden ze altijd een poll, en op die manier voelde ik me al meer betrokken.
Voor welke groep burgers kom je sowieso in actie?
Ik vind het belangrijk dat iedereen tot z’n recht komt, vooral in ’t klein. Dat heeft ook een sociale component: iedereen mag z’n eigen plekje hebben in de samenleving. Politiek kan helpen om ook daadwerkelijk iedereen dat recht te laten krijgen. Met nadruk op de lange termijn.
Als mensen gaan schreeuwen, ben ik niet zo snel onder de indruk. Het hangt er natuurlijk vanaf wat ze schreeuwen, maar er is meestal wel een diepere laag. En die probeer ik wel te zoeken. Soms moet je wel eerst levelen op de bovenste laag, om überhaupt de andere laag te bereiken.
Wat karakteriseert jou als politicus?
Ik kan best fel zijn op een bepaald punt, maar ik vind wel dat je uit moet kunnen leggen waarom. Ik wil niet tegen iets zijn, om het tegen zijn. Ik focus me echt op de inhoud. Ik ben meer een vergadertype dan een straattype. Ik ga ook zeker in gesprek met instanties en burgers, maar het vergaderen ligt me meer. Ik vaar wel bij een helicopterview en het op die manier constateren van dingen.
Wat heb je de afgelopen 8 jaar afgeleerd?
Dat als ik met een leuk idee kom, ik het dan wel ‘ff zal regelen’. Zo werkt de politiek niet, heb ik geleerd. Dus daarin heb ik mijn verwachtingen bijgesteld.
Welk punt uit het verkiezingsprogramma ligt echt dicht bij jouw hart?
Dat is toch wel het punt van preventie echtscheidingen. Ik wil er echt voor zorgen dat kinderen wel varen bij de thuissituatie. Ik zou willen dat cursussen en andere relatiehulpmiddelen voor iedereen toegankelijk zijn. Ik vind dat niet alleen iets privé, maar juist van de samenleving. Denk bijvoorbeeld alleen al aan de kosten voor Jeugdzorg voor kinderen uit moeilijke thuissituaties. Een goeie en stabiele thuissituatie voor elk kind is waardevol voor de hele samenleving. Dat je ruzie maakt is prima, maar leer ook om ruzies weer op te lossen. Laat het niet doorsudderen tot het te laat is.
Weet elke burger de overheid te vinden?
Ik vind het belangrijk dat mensen zich afvragen of ze gelukkig zijn met hun plek in de samenleving. Heb je voldoende netwerk? Heb je hulp nodig, vraag het dan ook, alsjeblieft. Je hoeft je er niet voor te schamen. Iedereen telt mee, dan zijn er heel veel mensen nodig. Je kunt het Bemoeizorg noemen, maar ik geloof echt dat we daardoor een mooiere samenleving kunnen maken met elkaar. Als je kijkt naar de illegalen, kerken hebben veel ervaring met de opvang. Het welzijnswerk heeft heel diverse kennis in huis. Laten we zeggen dat 90% van de burgers valt onder de algemeen geldende regels. Voor de overige 10% pleit ik voor maatwerk. Je hebt in deze situaties niet genoeg aan de protocollen. Je moet als politicus dan ook echt je gevoel laten spreken.
Wat is voor jou dé plek in Houten?
Dat is voor mij echt het Ouwe Dorp: idyllisch bij het fonteintje een ijsje kunnen eten. Het heeft ook nog wel iets stads.